TUSSENKOMST
Aan De heer HAUTEKIET Directeur-generaal HR-RAIL
Betreft: Neutralisatie treinbegeleiders zonder brevet SELOR.
Brussel, 6 maart 2018
Sinds januari 2018 kunnen aangeworven treinbegeleiders die niet het SELOR-tweetaligheidsdiploma hebben, geen overplaatsing meer krijgen, zelfs niet als ze in alle professionele modules zijn geslaagd.
In tegenstelling tot alle andere personeelscategorieën ontvangen treinbedienden geen toewijzingen wanneer ze worden aangenomen, maar worden ze “tijdelijk” ondergebracht bij het management van B-TR3. Ze worden pas benoemd op een werkzetel kort voor hun laatste professionele test (expert).
Bedienden worden aldus tewerkgesteld in werkzetels ver van hun woonplaats zonder dat ze hierom hebben gevraagd en dit, volgens onze analyse, in tegenspraak met de voorschriften van RGPS bundel 543.
In een dergelijke context kan het slagen voor de laatste beroepsproef negatief worden beïnvloed (gebrek aan tijd voor het zoeken naar huisvesting of andere oplossingen om toekomstige onregelmatige diensten -lees demotivatie- te verzekeren).
Om zulke toestanden te vermijden verzoeken we u om de betrokken treinbegeleiders toe te laten een overplaatsing te vragen zodra ze geslaagd zijn in de expertmodule, en te overwegen om bij toekomstige aanwervingen een werkzetel aan te duiden van zodra ze de NMBS binnenkomen.
Kunt u dit analyseren en ons adviseren over uw conclusies?
Wij danken u bij voorbaat.
(vertaling)
Antwoord
Brussel 15/03/2018
Betreft: neutralisatie treinbegeleiders niet in bezit van brevet SELOR.
Mijnheer de Voorzitter,
Uw brief van 6 maart 2018 heeft mijn gehele aandacht weerhouden.
Het is juist dat, om geregulariseerd te worden, de treinbegeleiders als tweetalig moeten erkend worden door Selor. Zo lang ze niet in het bezit zijn van certificaten met betrekking op tweetaligheid, blijven zij in stage of op proef. Trouwens, het nieuw reglement voor overplaatsing, gepubliceerd met bericht 12 H-HR/2018, voorziet inderdaad dat een bediende in stage of op proef geen overplaatsing mag bekomen op aanvraag. Het gaat om een algemeen principe.
In elk geval is de toestand van de begeleiders speciaal. Zij worden aangeworven in een vormingcentrum en worden vervolgens aangeduid voor een depot die noodzakelijkerwijze niet overeenstemt met wat zij verwachtten.
Om aan dit probleem te verhelpen is beslist volgende maatregelen aan te nemen.
Gedurende de periode van vorming mogen de begeleiders een aanvraag tot overplaatsing indienen voor een werkzetel naar hun keuze. In de mate van het mogelijke zal directie B-TR rekening houden met deze keuze.
Als, na de vormingsperiode, de bediende aangeduid wordt voor deze werkzetel naar keuze zal hij voor een periode 4 jaar geneutraliseerd worden. (Staat gelijk met een overplaatsing op aanvraag).
Als hij aangeduid wordt voor een andere werkzetel zal hij er niet geneutraliseerd worden en kan hij een overplaatsing op aanvraag bekomen voor een werkzetel naar keuze. Zoals hiervoor gepreciseerd zal hij nochtans moeten wachten tot zijn regularisatie.
Zoals u kunt vaststellen is het reglement voor overplaatsing al toegepast met een zekere souplesse voor het treinbegeleidingspersoneel.
Wil aanvaarden ……..
Paul Hautekiet.
(vertaling)